Kindercentrum Doen is een Montessori kindercentrum. Maria Montessori heeft een concrete visie ontwikkeld voor kinderen van 3 tot 18 jaar. De basisprincipes van vrijheid, zelfstandigheid en respect waarin het kind centraal staat. Montessori heeft minder uitgewerkt voor kinderen van 0-3 jaar, in de vorm van bijvoorbeeld materialen en de omgang van de leidsters met de kinderen. Het concrete handelen voor baby’s en dreumesen hebben wij gevonden in de filosofie van Emmi Pikler. De basisdoelen van Montessori sluiten naadloos aan bij de basisdoelen van Pikler. Pikler geeft concrete handvatten voor de werkwijze met baby’s en dreumesen en nauwelijks voor peuters. De naam Pikler mag niet vrij gebruikt worden.
Visie van Maria Montessori
Voor ieder mens, opgroeiend kind is het van belang ervaringen op te doen, zelf oplossingen te bedenken en zelf fouten te maken. Want: in iedere volwassene toont zich het kind dat hij eens was(Montessori 1953)
Maria Montessori (1870-1952) was de eerste vrouwelijke arts van Italië. Tevens was ze hoogleraar antropologie aan de universiteit van Rome. Aanvankelijk werkte ze met zwakzinnige kinderen. Later richtte ze in de sloppenwijken van Rome ‘Case dei bambini’ (kinderhuizen) op, waar ze haar pedagogische opvattingen in de praktijk bracht. Haar ideeën over opvoeding en onderwijs bleken zo goed aan te slaan, dat ze gaandeweg steeds meer toepassing hebben gevonden. Maria montessori praatte niet alleen met kinderen om hen iets te leren, maar ze keek en luisterde vooral ook naar kinderen. Maria Montessori kwam erachter dat kinderen van nature nieuwsgierig en leergierig zijn. Kinderen hebben uit zichzelf een sterke behoefte om zich te ontwikkelen, om nieuwe dingen te ontdekken en te leren.
Dat uit zich in een natuurlijke belangstelling van kinderen. De onderwerpen van belangstelling verschillen per kind en veranderen met verloop van een aantal fasen. Dit betekent dat kinderen kortere of langere perioden ontvankelijk zijn voor bepaalde leergebieden. Als het kind zich in zo’n gevoelige periode bevindt, is het in staat om op dat moment een aspect zeer intensief te ontwikkelen. De leidsters reageren op deze gevoelige periodes door passend materiaal op het juiste moment aan te bieden.
Doordat kinderen zich verschillend ontwikkelen door bijvoorbeeld verschil in tempo, aanleg en interesses kijken wij per kind waar het kind staat in zijn ontwikkeling. Kinderen kiezen zelf voor de materialen/hoeken waar ze willen spelen, welke uitnodigend in de ruimte staan, daarbij is er, voor de meeste activiteiten, keuze in de plek. Pakt een kind een puzzel dan kunnen ze het op hun eigen niveau (hoogte) neerleggen. Door het lage meubilair kunnen kinderen makkelijker helpen met de tafel dekken en afruimen. De leidsters bij kindercentrum Doen helpen de kinderen niet onnodig of grijpt ook niet telkens storend in. Ze heeft vooral een afwachtende houding en kijkt wanneer haar hulp gewenst is. Dit kan zijn door lichaamshouding of vraag van het kind. Kinderen die spelen bij Doen zijn in principe aan het werk. Voor hen is het spel een hele serieuze zaak.
“Help het mij zelf te doen”, is een uitspraak die de kern van de montessorivisie weergeeft. Binnen Doen richten wij ons duidelijk op de ontwikkeling tot zelfstandigheid. De kinderen krijgen de vrijheid en de gelegenheid om zelf te ontdekken, te Doen en ervaren. Aan het montessori principe ligt een duidelijke structuur ten grondslag. ‘Help mij het zelf doen’ is een belangrijk uitgangspunt van de Montessorivisie. Wij scheppen een veilige en uitdagende leeromgeving.
De Montessori materialen vormen het middel om het kind te helpen bij zijn spel- en leerontwikkeling. Is de behoefte aanwezig dat het kind een werkje gaat doen dan krijgen ze van de leidsters een lesje (uitleg). Tijdens het lesje laat de leidsters aan het kind zien wat één van de mogelijkheden zijn van het materiaal. Het kind neemt de voorgedane handelingen over en komt door zelfstandig werken tot onderscheiden,vergelijkenen combineren. Het kind gaat scherper waarnemen, het leert verschillenen overeenkomsten opmerkenen kan hierdoor zijn indrukken ordenenen begrippen vormen, waardoor het gestructureerd denken wordt ontwikkeld. Het materiaal bevat een ‘controle van de fout‘, dat wil zeggen dat het kind zelf zijn fout ontdekt doordat aan het eind van zijn werkje blijkt dat iets niet past.
Binnen Doen vinden wij het belangrijk om kinderen vertrouwd te maken met diverse huishoudelijke taken. Zo vinden kinderen het erg leuk om:
o De tafel te dekken
o Zelf brood te smeren
o Ramen te lappen
o Te vegen
De kinderen bij Doen zijn bij uitstek in een leeftijdsfase waarin imiteren van de ouder of leidster een belangrijke rol speelt. Het belangrijkste doel van de praktische dagelijkse activiteiten zijn:
o Het verfijnen van vaardigheden die bijdragen aan de autonomie van het kind.
o Spelenderwijs de logische volgorde herkennen en toepassen van diverse handelingen
o Het ontwikkelen van zorg voor de omgeving en het kind
Met deze activiteiten wordt tegemoetgekomen aan de natuurlijke behoefte van kinderen om actief bezig te zijn. De grote en kleine motoriek worden geoefend, de coördinatie van bewegingen alsmede de oog-hand-coördinatie.
De omgang van de kinderen met elkaar vinden wij erg belangrijk.
o De kinderen leren om rekening te houden met elkaar
o Om iets voor elkaar te doen
o Elkaar te helpen en om samen te werken
De kinderen kunnen samen een werkje maken of met een klein groepje ergens aan werken. Op deze manier leren de kinderen spelenderwijs sociale vaardigheden.
Visie van Emmi Pikler
Emmi Pikler werd in 1902 in geboren in Wenen. Ze werd aan het kinderziekenhuis van de universiteit van Wenen tot kinderarts opgeleid. Toen Emmi Pikler in het begin van de jaren dertig een dochter kreeg, besloten zij en haar man hun kind op geen enkele manier te forceren in haar ontwikkeling. Ze wilden haar eigen ritme respecteren en haar vanaf het begin de mogelijkheid geven haar eigen initiatief in beweging en spel te volgen. Emmi Pikler werd bevestigd in haar hypothese dat een kind wanneer het de kans krijgt te onderzoeken en te leren in zijn eigen tempo beter leert zitten, staan, spreken en denken dan een kind dat gestimuleerd of geholpen wordt in haar ontwikkeling.
De Pikler visie binnen de kinderopvang. De zuigeling is al bij de geboorte uitgerust met het vermogen tot communiceren en leren. Het vergt een specifieke pedagogische visie om jonge kinderen binnen een groep te begeleiden en tot hun recht te laten komen. Emmi Pikler geeft hiervoor praktische en concrete aanwijzingen. De twee belangrijkste voorwaarden zijn:
o Respectvolle verzorging en vrije bewegingsruimte
Een van de grondbeginselen van Pikler is het vrije spel. Wat in de praktijk betekent: het ter beschikking stellen van tijd en ruimte en verder niet interveniëren in het spel. De volwassene laat het kind het zelf doen. Niet rechtstreeks iets doen om het kind iets te leren. Dat is ook het moeilijkste. Als we de verleiding kunnen weerstaan dan kunnen we genieten van hoe het kind de wereld om hem heen ontdekt.
Tijdens de maaltijden, verschonen, aan- en uitkleden, bieden de mogelijkheid om samen te zijn met het kind. Deze contactmomenten zijn zowel voor het kind als de leidster zeer belangrijk. Door deze momenten bouwen leidster en kind een hechte band met elkaar op. Vooral in het begin vinden wij het belangrijk dat een kind verzorgd wordt door één vast persoon. Het is belangrijk dat een kind zich veilig voelt.
Emmi Pikler hechtte veel waarde aan een zorgvuldige, aandachtige fysieke verzorging van het kleine kind omdat dit het kind het gevoel van geborgenheid geeft. Het gevoel van veiligheid is een van de belangrijkste voorwaarden voor het kind om met plezier te kunnen bewegen en zelfstandig te spelen. Tijdens de verzorgingsmomenten krijgen kinderen de ruimte. Zo kan een baby al helpen om zijn sok uit te trekken en een peuter krijgt de ruimte om bijvoorbeeld zelf zijn jas aan te doen of zichzelf uit te kleden.
“De handen van de volwassene vormen voor de baby, naast het voeden, het eerste contact met de wereld. Handen raken hem aan, tillen hem op, leggen hem neer, wassen en kleden hem. Hoe verschillend is het beeld van de wereld die zich aan de zuigeling openbaart als rustige, geduldige, behoedzame en tegelijkertijd zekere handen die hem verzorgen in plaats van handen die ongeduldig, gehaast, onrustig of zenuwachtig zijn. In het begin betekenen voor de zuigeling de handelingen alles. Ze zijn de mens, ze zijn de wereld.” Emmi Pikler
Onderzoek van Emmi Pikler toonde aan dat een baby niet alleen samen zijn met zijn moeder/ verzorger nodig heeft, maar ook net zoveel tijd en ruimte nodig heeft waarin het met zichzelf bezig kan zijn. De leidster bereidt een veilige omgeving voor waarin het kind uit eigen initiatief actief kan bewegen en spelen. De baby’s liggen op grote speelmatten op de grond waar ze alle ruimte hebben om te rollen, te kruipen en te bewegen. Het speelmateriaal sluit aan bij de leeftijd van het kind en zijn belangstelling. Leidsters observeren de kinderen om met het speelmateriaal zo goed mogelijk te kunnen aansluiten bij ieder individueel kind. De omgeving ziet er aantrekkelijk uit en de ruimte is zo ingedeeld dat in iedere hoek of op verschillende plekken interessante dingen zijn te ontdekken. Vooral voor de kruipers is dat interessant.
Wij grijpen niet onnodig in tijdens het spel of activiteiten van een kind en het kind wordt niet onnodig geholpen, gestimuleerd of gestoord.
“ Wanneer we de mogelijkheid van het kind en zijn zelfstandige activteit vertrouwen en hem voor zijn eigen leeronwikkeling een ondersteunende omgeving bieden, is het tot veel meer in staat dan over het algemeen aangenomen wordt.” Emmi Pikler